Oorkonden van paus, koning en bisschoppen tonen rijkdom en macht van het Maastrichtse Sint-Servaaskapittel

 

Deze week is in Maastricht de tentoonstelling ‘Bijzonder oorkonden uit het Sint-Servaaskapittel’ geopend. Te bewonderen is een selectie van 13 op perkament gestelde oorkonden uit de periode 1062-1282. Deze middeleeuwse notariële akten laten niet alleen zien dat er van een scheiding van Kerk en staat nog geen enkele sprake was, maar ook hoe ongekend groot de rijkdom en invloed van het Sint-Servaaskapittel was. Een extra reden om deze exquise tentoonstelling te bezoeken is dat dit waarschijnlijk de laatste keer zal zijn dat deze originelen getoond zullen worden. Ze zijn eenvoudigweg te kwetsbaar.
 

Waarvan akte

Wanneer je in de middeleeuwen een belangrijke afspraak maakte, werd die vastgelegd op perkament. Dat betrof overigens niet alleen religieuze aangelegenheden maar ook juridische en economische aangelegenheden, sterker nog: alle aspecten van het maatschappelijk leven werden bestreken. “Het is ons doel om de 410 bewaard gebleven Limburgse oorkonden te onderzoeken, te vertalen (voornamelijk uit het Latijn en oud-Nederlands), en ze in hun juiste historische context te plaatsen”, legt Ad Veenhof, voorzitter van de Stichting Limburgse Oorkonden, uit. “Om zoveel mogelijk mensen in contact te brengen met deze periode van de geschiedenis hebben we de barrières als taal en handschrift proberen weg te nemen.”


Sint-Servaaskapittel

Het Sint-Servaaskapittel, een religieuze gemeenschap van kanunniken, is goed voor de nodige interessante oorkonden. Behalve het verzorgen van de liturgie, vielen rechtspraak en bestuurlijke taken onder de hoede van de leden van het kapittel, en beheerden zij bovendien de vele eigendommen als kerken, landerijen, en wijngaarden (tot aan de Moezel aan toe). Daarbij had het kapittel een uitzonderlijke en sterke rechtspositie. “Het kapittel was ‘rijksonmiddelijk’, wat wil zeggen dat het rechtstreeks onder het gezag van de keizer viel, en niet onder dat van een plaatselijke graaf of bisschop”, legt Geertui Van Synghel, senior onderzoeker aan het Huygens Instituut, uit.

 

Niet de eenvoudigste taak dus

Het onderzoek is een omvangrijk project waarbij diverse partijen intensief samenwerken. Het Historisch Centrum Limburg zorgt voor de digitalisering; het onderzoek is in handen van het Huygens Instituut, het LGOG neemt de publicatie van reeks over Limburgse oorkonden onder zijn hoede, en dat alles onder de paraplu van de stichting Limburgse Oorkonden. Het is niet de eenvoudigste taak, zo blijkt.

Onderzoekers stuitten onder andere op de uitdagingen van het gebruik van middeleeuws schrift (vaak ook zonder enig gebruik van interpunctie), chronologisch afwijkende gebruiken, de noodzaak van identificatie van personen en plaatsen. En dan is er ook nog de kwestie van het bepalen de echtheid van de oorkonde: het “discrimen veri ac falsi”.

 

Rehabilitatie

Een van de uitzonderlijke conclusies voortvloeiend uit dit onderzoek is volgens Geertrui van Synghel dat drie van de oudste “Maastrichtse” oorkonden (uit 1062, 1087 en 1109) die betrekking hebben op het Sint-Servaaskapittel en waarvan al sinds de negentiende eeuw werd aangenomen dat ze vervalsingen waren, echt blijken. Het bewijs kon worden geleverd door de combinatie van paleografisch onderzoek (hoe zijn de letters gevormd, welk schrift is gebruikt, en past dat bij het tijdsbestek) en diplomatiek onderzoek (hoe is de tekstopbouw, en hoe is het taalgebruik wanneer dat wordt vergeleken met dat uit andere oorkonden van die tijd)? Dankzij deze dubbele benadering kon Van Synghel niet anders dan vaststellen dat ze echt zijn. “Tot op de dag van vandaag werden dezen oorkonden als vervalsingen beschouwd, en niet door de minsten. Ze zijn nu gerehabiliteerd”, zegt Van Synghel, zichtbaar opgelucht.

 

Steeds sterker wordende schriftcultuur

De overkoepelende onderzoeksvraag bij het ontsluiten van de Maastrichtse oorkonden was of Maastricht in de 13e eeuw gelijke tred houdt met de internationale ontwikkelingen van ambtelijke schrijfcentra en verschriftelingstendenzen. Bijzonderheden waarvoor Geertui van Synghel zich tijdens haar onderzoek gesteld zag, waren de tweeherige bestuursstructuur van Maastricht (met de hertog van Brabant en de bisschop van Luik als soevereine heren) en de twee kapittels uit de 9de (Servaas) en 11de eeuw (Onze-Lieve-Vrouw). Het antwoord op de complexe onderzoeksvraag valt te lezen in het boek dat afgelopen week gepresenteerd werd in de Keizerzaal van de Sint-Servaasbasiliek. Het is het alweer vierde deel van uit de reeks Limburgse oorkonden (er verschenen eerder delen over de oorkonden van abdijen van Thorn, Rolduc en Sint-Gerlach).

 

Oorkonden online

Tachtig gedigitaliseerde oorkonden van het Sint-Servaaskapittel zijn sinds deze week toegevoegd aan de database van www.waarvanakte.eu, waar nu dus in totaal 238 oorkonden voor een groot publiek beschikbaar zijn.
 

Cadeau aan de stad

“De expositie is in het kader van de aanstaande Heiligdomsvaart een cadeau aan de stad”, legt Ad Veenhof, voorzitter van de Stichting Limburgse Oorkonden uit. Een uitzonderlijk mooi en met zorg samengesteld cadeau, blijkt tijdens een bezoek aan de expositie in het klooster van de Zusters onder de Bogen.
 

Een ogenblik dronken

Het is niet onwaarschijnlijk dat de bezoeker bij de aanblik van de oorkonden – geëxposeerd in de ooit door William Graatsma, oud-directeur van de Jan Van Eyck Academie in Maastricht ontworpen vitrines – een directe band met de geschiedenis ervaart, iets wat de historicus Johan Huizinga “de historische sensatie” noemde. Die “dronkenschap van een ogenblik” is vanwege de schoonheid van de perkamenten en hun importantie welhaast zeker bij het zien van de oorkonden die betrekking hebben op de Janskerk, en de toenmalige Maastrichtse brug over de Maas.

 

Eerste vermelding Sint Janskerk in 1218

Hoe groot en stevig verankerd de politieke macht van het kapittel was toont de oorkonde uit juli 1218 waarin de schenking van het patronaatsrecht, het recht om zelf een pastoor voor de Sint Janskerk aan te wijzen en te benoemen, aan het Sint-Servaaskapittel wordt bevestigd. Deze overeenkomst werd bekrachtigd door maar liefst de rooms-koning, de aartsbisschop van Keulen (een bloedverwant van de proost van het Sint Servaas-kapittel!), en de bisschop van Luik.
 

Schenking van de Maasbrug

Op 18 december 1139 bevestigde paus Innocentius II de schenking van de Maasbrug in Maastricht aan het Sint-Servaaskapittel. De oorkonde is bezegeld met een zogenaamde pauselijke bulla, een loden zegel, hangend aan een streng van gele zijde. De brug was zes maanden eerder, op 22 juni 1139, door rooms-koning Koenraad III aan het kapittel geschonken. Die schenkingshandeling vond plaats in de Sint-Servaasbasiliek, in aanwezigheid van vele geestelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders. Op 22 juni werd bij die gelegenheid ook een oorkonde opgesteld door een ambtenaar uit de koninklijke kanselarij. Daarop zijn onder andere het monogram van de koning en de opdruk van zijn zegel in witte was te zien.
 

Vierhonderd doden door instorten brug

Helaas stortte de in 1139 door het kapittel van de Servaas verworven houten brug op 12 juli 1275 in, nadat de processie van de Deken en de leden van het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw eroverheen getrokken waren. Een kwestie van achterstallig onderhoud. Vierhonderd mensen verdronken.
 

Middeleeuwse crowdfunding

Besloten werd dat er iets ten noorden van de ingestorte houten brug een stenen brug moest komen. Daartoe werd door middel van het opstellen van een zogenaamde aflaatoorkonde een Middeleeuwse crowdfundingsactie in het leven geroepen. (Het bleek toen al een gouden concept: ook de bouw van de Utrechtse Dom is voor het grootste deel op deze wijze gefinancierd.)

 

Oorkonde met 19 zegels

Vier aartsbisschoppen en 15 in Rome verblijvende bisschoppen verbonden hun naam aan de oorkonde. De 19 zegels – het equivalent van een hedendaagse handtekening – zijn met strengen garen en koorden onder het document bevestigd. Het uiterlijk van deze oorkonden noemt Van Synghel sober maar wel effectief. Een al te prestigieus uiterlijk zou het bereiken van het doel – geld inzamelen – immers kunnen tegenwerken.

De lengte van de tekst is echter uitgebreider dan gewoonlijk. Het treurige relaas van de ramp werd gedetailleerd beschreven, het aantal slachtoffers vermeld. Op feest- en hoogtijdagen werd deze oorkonde in de kerk getoond. Iedere gift voor de nieuwe brug leverde de schenker na zijn dood een vermindering op van 40 dagen die hij in het vagevuur zo moeten verblijven.
 

Bouw nieuwe brug duurt 18 jaar                                                                                     

De herbouw van de brug − met 9 halfronde bogen uit Naamse steen en aan de Wyckse kant een grotere houten boog − nam 18 jaar in beslag (1280-1298) en werd zo goed als volledig gefinancierd door gelden afkomstig uit het verlenen van aflaten, mogelijk gemaakt door de aflaatoorkonde die nu te zien is in de tentoonstelling.

 

De tentoonstelling ‘Bijzonder oorkonden uit het Sint-Servaaskapittel’ is te bezoeken nog te bezoeken op 12, 13, 14, 19, 20 en 21 juni, tussen 13.00 en 17.00 uur.

Locatie: Klooster van de Zusters onder de bogen, Sint Servaasklooster 14 in Maastricht.

Gratis toegang.

 

Tekst: Marianne Lubrecht
Foto’s: Jean-Pierre Geusens