De oudst bekende Heiligdomsvaart te Maastricht is in 1391 opgetekend. Binnen een halve eeuw hadden ze, in combinatie met de heiligdomsvaarten van onder andere Aken, Cornelimunster, Mönchengladbach en Sint Truiden, zo’n grote vlucht genomen dat het stadsbestuur speciale regels moest opstellen voor de genadetijd, de acht dagen vóór en acht dagen na het kerkwijdingsfeest van Sint Monulphus, 16 juli. Van Aken is bekend dat in 1440 ruim honderdduizend pelgrims in de genadetijd de stad bezochten. De meesten hebben ongetwijfeld ook Sint Servaas met een bezoek vereerd... tienmaal zoveel bezoekers in ongeveer zestien dagen als Maastrichts inwoners telde! Geen wonder dat die extra regels nodig waren.


kerk.jpg
IMG_8292_1.jpg

Reliektoningen

De Heiligdomsvaarten van toen hadden een ander karakter dan de huidige. Het centrale punt vormden de reliekentoningen vanaf de dwerggalerij van de Sint Servaas (de zuilengalerij boven de apsis) aan de op het Vrijthof verzamelde pelgrims. Naast de zogenaamde heilige doeken - die in het graf van Sint Servaas waren aangetroffen bij zijn verheffing tot de eer der altaren - waren dat de aan de heilige toegeschreven bisschopsstaf, pelgrimsstaf, drinkbeker, kelk en pateen. En natuurlijk zijn Borstbeeld, waarin de schedel van de heilige is gevat. Tenslotte konden de pelgrims nog het borstkruis dat Sint Lucas Evangelist voor Maria zou hebben vervaardigd, en de arm van de apostel Thomas vereren. Na de toning bliezen de naar schatting telkens tienduizend pelgrims op het Vrijthof op hun pelgrimshoorns. Het moet een oorverdovend, heilig kabaal zijn geweest.