MAAKT DE WEG RECHT
VOOR DE HEER (Joh. 1,23)

De advent is een tijd van hoop en verwachting, van uitzien wat nog komen moet. We verheugen ons want kerstmis is niet meer ver. Johannes de Doper is een grote adventsfiguur. De tempeldienaars vragen hem “Wie zijt gij dan?” Maar dat is een slechte vraag. Aan iemand die zo bescheiden en nederig is als Johannes de Doper moet je dat niet vragen. Want hij wil alleen maar kleiner worden, opdat een ander groter wordt.

Hoe meer je vraagt aan Johannes, hoe korter zijn antwoorden worden. Hij wil zichzelf niet definiëren. Hij heeft geen betekenis en geen waarde. Behalve dan als voorloper van Jezus. Zijn leven, zijn doen en laten staan in het teken van Jezus die komende is. Hoe is dat bij ons? Wij ervaren vaak het tegendeel.

Hoe meer men ons vraagt om te spreken over onszelf, hoe spraakzamer wij worden. In plaats van ons te beperken tot onze naam voegen we er nog iets aan toe. Waar we vandaan komen, wat onze verdiensten zijn, wat onze diploma’s behelzen. Uiteindelijk antwoordt Johannes op de aanhoudende vragen van de dienaren. Hij zegt; “Ik ben de stem die roept in de woestijn.” En ook; “Maakt de weg recht voor de Heer.”

Augustinus schreef: “Johannes is de stem, Christus het woord. Neem het woord weg – wat blijft er dan nog over van de stem? De stem zonder het woord raakt het oor, ze bouwt niets op in het hart…” Johannes is slechts de stem, een eenvoudige bries, een dragende golf.

Hoe nederig van hart Johannes ook was, zijn prediking riep weerstand op. Hij werd onthoofd en stierf in de kerker van Massada. Hij werd slachtoffer van een dwaze intrige van de dronken Herodes, de valse Herodias en de frivole Salome. Was Johannes niet meer waard dan een dans?

Hij was de stem die riep in de woestijn: “Maakt recht de weg van de Heer.” En de Heer is gekomen. Het Kind in de kribbe laat niet meer lang wachten. Én Jezus is onze toekomst, over de dood heen. Kortom een dubbele vreugde. Daarom wordt vandaag in de kerk het sobere paars van de verwachting al vermengd met het helder wit van Kerstmis: roze is het resultaat.

Tienduizenden Romeinse kinderen verzamelen zich rond het middaguur op het Sint Pietersplein. Net als veel volwassenen dragen ze het kindje Jezus (il Bambinello) bij zich. Op kerstavond zal dit beeldje thuis in de kribbe gelegd worden. Paus Franciscus zegent de beeldjes want Jezus brengt vreugde in huis en in onze samenleving. Want wie inziet dat God ons in Jezus heel nabij is gekomen, zal de hoop op een beter leven en een betere samenleving niet verliezen.

Hij of zij zal bruggen slaan in plaats van muren bouwen. Jezus kan ons de moed geven om te handelen en te volharden, tegen aardse beter weten in. Het derde licht van de adventskrans is ontstoken. Voor wie het zien wil is het een teken van Gods aanwezigheid in ons leven. Daarom een mooie zondag gaudete (verheugt u) en een mooie laatste adventsweek!

(Eugène Dassen)