VERHEUGT U EN JUICHT,
WANT GROOT
IS UW LOON IN DE HEMEL (Mc. 5,12)

Wie telt er mee? Wie geld heeft of talenten. Wie een aantrekkelijk uiterlijk heeft of een vlotte babbel. Wie vooraan staat, een behoorlijke functie heeft of een leuke wederhelft. Wie kinderen heeft die het goed doen. Zij allen tellen mee in onze maatschappij. Het evangelie laat een heel ander geluid horen. De acht zaligheden uit de Bergrede zijn de proef op de som van het Christendom.

Bij God en in Zijn Rijk telt niet de status die je verworven hebt. Wel telt hoe je omgaat met je geld, met je talenten, met je vlotte babbel, met je functie. Maar ook hoe je omgaat met je minimumloon, met je zieke wederhelft, met je oude dag. Niet wat je hebt telt, maar of je in jouw "setting" een mens bent naar Gods hart! Hoe word je zo'n mens? Luisteren we naar Jezus.

1. “Zalig de armen van geest”. → Een mens naar Gods hart word je als je niet weelde en luxe tot einddoel van je leven maakt. En als je er warmpjes bij zit, blijf je dan arm weten ten opzichte van God. Je hebt niets dat je niet gekregen hebt.

2. “Zalig de treurenden”. → Een mens naar Gods hart ben je als je opstaat uit onverschilligheid en verdrietig wordt om het onrecht dat mensen om je heen wordt aangedaan.

3. “Zalig de zachtmoedigen”. → Een mens naar Gods hart ben je als je uitgroeit tot een zachtmoedig mens: tot een mens die zachtaardig is, meegaand, tegemoetkomend, vergevend. Niet kwaad met kwaad vergeldend.

4. “Zalig die hongeren en dorsten naar gerechtigheid”. → Een mens naar Gods hart ben je als je je inspant om anderen tot hun recht te laten komen, ook als jezelf daarvoor het een en ander moet inleveren.

5. “Zalig de barmhartigen”. → Wie anderen vergeeft of helpt hun fouten te herstellen, mag hopen op Gods barmhartigheid als Hij zijn eindoordeel zal spreken.

6. “Zalig de zuiveren van hart”. → Een mens naar Gods hart spreekt en handelt zonder bijbedoelingen. Diens “ja” en “neen” zijn ondubbelzinnig. Wie zo leeft, mag God van aangezicht tot aangezicht ontmoeten.

7. “Zalig die vrede brengen”. → Een mens naar Gods hart bewerkt vrede; legt de wapens neer van het eigen gelijk en van de zelfzucht.

8. “Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid. Zalig zijt gij als gij vervolgd wordt om mijnentwil”. → Een mens naar Gods hart ben je als je jouw geloof en jouw idealen bewaart. Als je je niet te vlug uit het veld laat slaan door tegenslag en tegenwerking en blijft geloven in een betere toekomst, hier in deze wereld en voorbij de horizon van ons bestaan.

De woorden van Jezus klinken wat onwerkelijk in de oren. Want wij gehoorzamen nog te vaak aan de oude prikkels van het geluk. Die van bezit, macht en succes. Wij zweren nog bij een geluk dat gekocht kan worden. Ook al verkommert dat ons hele leven. Ook al vergiftigt dat onze relaties.

We hebben een leven lang tijd en moed nodig om ons de zaligsprekingen eigen te maken. Om zo te groeien naar een mens naar Gods hart. Mij dunkt dat we ons allemaal aangesproken mogen weten. Wij zijn niet gedoopt om bekrompen mensen te worden. Wij zijn gedoopt en gevormd om "zalige" mensen te worden.

(Eugène Dassen)