KOM EN VOLG MIJ: IK ZAL U VISSERS VAN MENSEN MAKEN (Mt. 4,19)

Het leven lijkt soms op puzzelen. We proberen allemaal stukjes van ons leven in elkaar te passen. Ons werk en ons gezin bijvoorbeeld, of de school en de sportclub. Dat alles roept emoties op. Zo kennen we bij dat puzzelen ambitie of teleurstelling. Stress, verveling, voldoening, trots, verantwoordelijkheid en creativiteit wisselen elkaar af. Soms fixeren we ons op enkele puzzelstukjes waardoor we de blik op het grote geheel verliezen. Wat stond ons ook weer voor ogen? Waar zijn we in godsnaam mee bezig? Die vraag stellen we ons allemaal wel eens.

Waar zijn we in godsnaam mee bezig? De vier vissers uit het evangelie hebben die vraag vast ook wel eens gesteld. Ze waren zo’n tweeduizend jaar geleden bezig met hun werk, hun vak. Zij woonden aan het meer van Galilea, ten noorden van Judea en Jeruzalem. De vissers gaan om met hun boten, netten, katrollen, touw en nog veel meer. Ze werken met hun handen voor hun bestaan. Vier werklui, mensen uit één stuk. Ze leven dicht bij de natuur, kijken naar het weer en zijn thuis op het water.

Toen kwam Jezus langs en riep: “Kom en volg Mij”. Wellicht dachten de vissers dat Jezus een eindbeeld van hun levenspuzzel kon geven. Ze lieten hun netten achter en volgden Jezus. Het is opvallend dat Jezus steeds dezelfde woorden gebruikt wanneer Hij iemand roept: “Kom en volg Mij”. Het volstaat niet om alleen te luisteren, we moeten ook in beweging komen door te volgen. Geloven is niet alleen luisteren, het vraagt ook om stappen te zetten. Hier komen de voeten aan te pas. Je moet bewegen en van plaats veranderen.

Voor de eerste leerlingen betekende dit de netten achterlaten en ook de boot waarmee ze druk in de weer waren. Door vanaf nu met Jezus ‘in zee’ te gaan werden hun ogen geopend. De zin van het leven ligt niet bij de vissen, maar bij de mensen. Mensenvissers noemt Jezus hen. Vanaf nu mogen ze mensen opvissen uit de leegte, vervreemding, chaos en verwarring. Ze zijn boodschappers van vrede en van de hoop. De oproep van Jezus langs het meer was het begin van een duurzame en persoonlijke relatie met Jezus.

Hoe zit dat met ons? Door ons doopsel zijn wij ook leerling van Jezus. Maar welke betekenis heeft dat nog? Wat schiet er over van ons geloof? Het evangelie kan ons helpen om het eindbeeld van onze levenspuzzel bij te stellen. Het resultaat moet geen gepimpt zelfbeeld zijn. Wel het beeld van anderen die wij met onze talenten en tekortkomingen geluk en vrede kunnen geven. Jezus tilt het eindbeeld van onze levenspuzzel op een hoger niveau.

Naar het niveau van mensen opvissen om samen sterk in het leven te staan. Waar zijn we in godsnaam mee bezig is dan geworden: Waar zijn we in naam van God mee bezig? Vandaag staan ook wij aan het oever van het meer. Gaan we in op de vraag van Jezus? Gaan we in op de vraag van de Man zonder macht of invloed maar met de aandrang van een minnaar? Wie met Jezus door het leven gaat ontdekt een innerlijke rijkdom. Geen wonder dat een christen op een andere manier naar de toekomst kijkt.

Waar zijn we in naam van God mee bezig? Het antwoord op deze vraag is ons gebed om meer inzicht en perspectief te krijgen in het raadsel van ons bestaan. De droom van het Rijk Gods is niet voorbij. Ook niet in het rijke westen. Daarvoor zijn er te veel geestelijk daklozen, oftewel zoekende mensen. Laten we daarom mensenvissers worden in Zijn naam.

(Eugène Dassen)