EEN ANDER GEDEELTE TENSLOTTE
VIEL OP GOEDE GROND
EN LEVERDE VRUCHT OP (Mt 13,8)
De meesten van ons hebben als kind wel eens een steen in het water gegooid. Even wordt het water beroerd. Er ontstaan een aantal kringen en een lichte golfslag. En dan is het weer stil. Terwijl je nog toekijkt, is er al niets meer te beleven. Deze week vergleek iemand zijn leven met een steen die in het water wordt gegooid. Even ben je er, even breng je een lichte golfbeweging te weeg. Maar als gauw is niets meer van je over. Alsof je nooit had bestaan. Want graven worden geruimd en geen enkele generatie weet de gedachte aan alle voorouders levend te houden.
Vandaag leert Jezus ons de gelijkenis van de zaaier. Een mens kan zijn als zaad dat op de weg valt en door de vogels wordt opgegeten. Een mens kan zijn als zaad dat op een rotsige bodem valt. Even schiet het op, maar als de zon komt, verschroeit en verdort het. Jammer genoeg ervaren veel mensen hun leven als weggegooid zaad. Ze willen het rendement van hun leven zien en raken ontgoocheld. Ze menen dat hun leven verknald is.
De gelijkenis van de zaaier leert ons dat de garantie voor vruchtbaarheid en kiemkracht in ons leven het Woord van God is. Dit is de korte boodschap van het evangelie van vandaag. Je leven zal vruchtbaarder worden als je God in je leven toelaat. Om het anders te zeggen: wie zich laat ‘bemesten’ door Gods Woord, zal actieve vruchten van Gods goedheid voortbrengen. Wel dertig-, zestig- en honderdvoudig.
Nog iets anders leert ons deze gelijkenis. Dat alle gedoopten niet moeten ophouden Gods Woord aan de mensen aan te bieden. We leven in een tijd van geloofsafval en geloofsmoeheid. Kerkgebouwen verdwijnen, gelovigen zijn beschaamd vanwege de schandalen in de Kerk. Het geloof verstikt door de begoocheling en bekoring van de welvaart. En we leven in een samenleving die religie naar de marge schuift en alle godsdiensten op één hoop veegt. Een samenleving die vrijheid vertaalt met zelfzucht.
Er is in alle sectoren van de samenleving een soort moeheid te bespeuren die verlammend werkt. Vaak als gevolg van scepsis: “Het haalt allemaal toch niets uit!” De geestdrift is verdwenen en het lijkt op ieder voor zich en God voor ons allen. Jezus zegt vandaag: kijk naar de boer. Ook na een slechte oogst zaait de boer toch weer opnieuw met een groot optimisme. Hij gelooft immers in de kiemkracht van het zaad en in de geschiktheid van de bodem.
Als er niet wordt gezaaid, zal er niet meer worden geoogst. Zaaien en oogsten, geven en ontvangen. Die woorden horen bij elkaar. Wie het ene niet doet, wacht vergeefs op het andere. De boer gooit het zaad eenvoudigweg op de akker. Hij doet er in zekere zin afstand van. Hij geeft het zaad uit handen en vertrouwt het toe aan zon en regen, die hun werk wel zullen doen. Hij ligt ‘s nachts niet wakker en zit niet elke dag te wachten of 't zaad wel zijn werk zal doen.
Jezus geeft blijk van een groot optimisme. En daar moeten wij ons aan optrekken! Natuurlijk, er zijn en er blijven mensen bij wie door de omstandigheden geen voedingsbodem voorhanden is voor het Woord Gods. Maar daarnaast zijn er ook mensen die naar dat Woord zoeken en bij wie dat Woord wel vruchten voortbrengt. Strooi het Woord daarom uit en wees zelf een mens die monter getuigt en voorleeft dat het goed is om Godgericht te leven. Een mens rijpt in zijn menszijn als God in het vizier komt.

(Eugène Dassen)